Een resultaat was zeker mogelijk tegen SV Zevenhoven. Toch lukte het VV Kamerik niet. Een mindere eerste helft en een persoonlijke fout in de tweede helft brak de ploeg op. De treffer van Jelmer Knijff ten spijt, maar de 2-1 nederlaag kon niet worden voorkomen. “We hebben zeker mogelijkheden gehad om drie keer te scoren”, aldus trainer Patrick de Ruijter
De voorhoedespelers van SV Zevenhoven zorgden er voor dat de organisatie niet naar behoren functioneerde aan Kamerikse zijde. Patrick de Ruijter trachtte dit in de rust onder het genot van een kopje thee recht te zetten. Iets dat weliswaar lukte, maar geen resultaat kon brengen. “Enerzijds hebben we dus geen goede wedstrijd gespeeld, maar aan de andere kant ook weer wel. Uiteindelijk hadden we in de tweede helft wel de controle en zijn we op die persoonlijke fout na niet meer in de problemen geweest”, aldus de oefenmeester.
“We zijn alleen nog maar op hun doel aan het beuken geweest. Uiteindelijk hebben we op basis van de eerste helft verdiend verloren, maar op basis van de tweede helft hadden we meer verdiend. Met een gelijkspel had ik kunnen leven”, aldus de Ruijter. Het is een gegeven waar de ploeg mee aan de slag kan gaan. Dat de kansen niet werden afgemaakt kan de ploeg zichzelf verwijten. “Kansen zijn daarnaast ook kansen wanneer ze niet worden gecreëerd. Door een bal vanaf de zijkant in te dribbelen en terug te leggen op de spits levert een kans op, maar door op doel te schieten is dat minder het geval.”
“Soms zijn dingen niet te coachen vanaf de zijlijn. Je hoopt dan dat ze het zo lang mogelijk zelf op kunnen lossen. Daar heb je dan de rust voor nodig en echt vijf minuten aan de gang gaan met die gasten om nieuwe afspraken te maken. Dan zou je inderdaad ook wel kunnen stellen dat we de wedstrijd op het tactische vlak hebben verloren”, aldus De Ruijter.
VV Kamerik: Jan de Vries; Roy Hutchinson, Wolther Kassies, Eduard Kooijman, Jelle den Boer; Bas Koren (Gijs van den End), Remco de Wit, Jelmer Knijff; Jelle Das, Chris Maarleveld (Rick Veenstra), Johan Nap (Robert de Wit).