Voor Harmen Visser was het afgelopen weekend zeer speciaal. De jongeling debuteerde in competitieverband in het eerste elftal van Sportlust ’46. Hij kwam op de rechtsbackpositie te spelen en zal deze dag niet meer vergeten.
Zaterdagmiddag. Langs de lijn loopt een A-junior warm op het sportcomplex van het Naaldwijkse RKVV Westlandia. Harmen Visser maakt zich klaar voor zijn competitiedebuut bij Sportlust ’46. Hij trekt zijn sokken nog even op en tuurt naar de scheidsrechter die even later het sein geeft dat de wissel mag plaatsvinden. “Dat is speciaal”, vertelt de debutant. Alhoewel hij in de beker al heeft meegedaan, was dit zijn officiële competitiedebuut.
“De zenuwen blijven toch wel. Ik moet het goed doen, want volgend jaar wil ik wel verder. Dan ligt er wel wat meer druk op om toch nog wat te laten zien.” Of dat dan goed ging? “Mwah, het kon beter. Ik had bijna geen directe tegenstander meer en kon wat mee naar voren en ik heb mij verdedigend een paar keer laten zien”, toont Visser zich kritisch.
Zijn loopbaan is Visser niet begonnen bij Sportlust ’46. In eerste instantie zette hij zijn eerste stappen op de velden van SC Woerden. Als tweedejaars b-junior kwam hij naar de eersteklasser en tweeënhalf jaar later staat hij in het eerste elftal. “Dat vind ik wel heel gaaf. Meestal merk je wanneer je het veld in komt nog niet hoe groot het is, maar na de wedstrijd heb ik veel complimenten gehad. Ook van mensen waarvan je het niet verwacht en dat is wel heel leuk”, aldus Visser.
De komende periode zal Visser zich vooral moeten ontwikkelen om uiteindelijk verdere stappen te zetten en volgend seizoen daadwerkelijk bij de selectie te zitten. “Met Ron Vermeij heb ik een programma opgezet om fysiek sterker te worden. Iets dat ik ook al tijdens duels merk en dat motiveert natuurlijk weer. Natuurlijk kan het ook op technisch en tactisch vlak nog altijd sterker, maar met het fysieke deel ben ik nu bezig.” Daarnaast studeert Visser aan de Alo, alwaar hij ook de nodige sportieve ervaring op doet.
Leergierig als Visser is, wil hij nog veel leren van de spelers waarmee hij wordt omringd. “Naast concurrenten zijn het natuurlijk ook gewoon jongens waarvan ik kan leren.”