Siveo ’60 staat aan de vooravond van haar terugkeer in de derde klasse van het amateurvoetbal. Zaterdag maakt het haar opwachting in Leiden tegen Lugdunum. In deze eerste wedstrijd zal het moeten laten zien wat de Zegvelders waard zijn. Een eerste klap is een daalder waard.
De voorbereiding is wisselvallig te noemen van Siveo ’60. De resultaten waren niet altijd even positief, maar over het veldspel was trainer Herman Verrips niet overwegend negatief. “Ik denk dat we er wel aardig voor staan. Dat weten we alleen pas echt na de eerste wedstrijden in de competitie”, klinkt het realistisch. “Ik beschik wel over een elftal dat ik kan opstellen en tegelijkertijd goed kan voetballen.” Een uitspraak die zijn oorsprong vindt in de voorbereiding. Bij de Zegvelders ontbraken aan het begin verschillende eerste elftal spelers.
“Natuurlijk is er vertrouwen aanwezig. De laatste wedstrijden hebben we niet onaardig gespeeld, maar de tweede helft tegen VVSB was beneden ons pijl.” Het was een wedstrijd waarin het verschil tussen eerste en tweede helft gigantisch te noemen was. Waar Siveo ’60 in het eerste bedrijf op een 2-0 voorsprong kwam, werd dit later weggegeven. De ploegen hielden elkaar zodoende in evenwicht: 2-2. Na het weekend sprak Verrips de volgende woorden. “Ik heb nog een aantal dagen om de jonens scherp te krijgen.”
Het bewustzijn dat Siveo ’60 het komende jaar derde klasse voetbalt moet in de Zegveldse hoofden neerdalen. “We moeten niet denken dat we het op dit niveau even gaan doen. We weten dat we het goed doen tegen voetballende ploegen, daar moeten we het mee doen. Het begint alleen allemaal met werken, mentaliteit en karakter. Daarna kunnen we gaan voetballen”, klinkt het realistisch bij Verrips. “We moeten kei en keihard werken. Wanneer je dat niet doet komen je zwaktes aan bod.”
Zaterdag zal blijken of Siveo ’60 is opgewassen tegen Lugdunum. Heeft de ploeg het gewenste niveau? Is het mogelijk om direct een resultaat neer te zetten? Verrips lijkt er overwegend zeker van. Siveo ’60 is klaar voor het nieuwe seizoen.
Foto: Justin Egberts