Het afgelopen jaar verliep voor Sportlust ’46 op sportief vlak teleurstellend. Een trainerswissel, een slechte competitiestart, puntverlies in slotfases en een degradatie tot slot. Het seizoen in een notendop. Trainer Wim van ’t Westeinde heeft ondanks deze facetten van het seizoen een positieve blik op het afgelopen jaar.
De kerkklokken laten zich horen. Half vier. Van de markt is niets meer te zien op het kerkplein van Woerden. Ondanks het warme zomerweer zijn de terrassen niet gevuld. Ze zijn ronduit leeg te noemen. ’s Ochtends stond het nog vol met kramen. Mensen flaneerden over het gevulde plein. Kroegjes verkochten de nodige koffie en fris. Voor de technische staf van Sportlust ’46 vorderen op deze woensdagmiddag de voorbereidingen aangaande het nieuwe seizoen. Bij GoSport zal er kleding gepast moeten worden. Voorafgaand aan deze afspraak vindt de ontmoeting met de oefenmeester plaats. Assistent-trainer Martijn Smaling schuift ook aan op het terras.
“Dat we er niet in geslaagd zijn om ons te handhaven vormt geen enkel probleem. Toen ik aan deze klus begon had ik wel het volste vertrouwen dat handhaving mogelijk was”, weet de trainer. Uiteindelijk kwam dit resultaat niet tot wasdom. Dat de aanstelling van Wim van ’t Westeinde niet zo zeker was, dat blijkt uit zijn twijfels die hij voorafgaand aan het avontuur bezat. De club heeft hem enthousiast genoeg weten te maken. “Ik had er niet meer op gerekend dit jaar nog trainer te zijn. Achteraf bezien ben ik hartstikke blij dat ik het heb gedaan.” Een halfjaar lang mag Van ’t Westeinde zich nu al trainer van de Woerdense eersteklasser noemen.
Tijdens de gesprekken omtrent zijn aanstelling heeft Van ’t Westeinde de bestuursleden een dilemma voorgelegd. Het was een belangrijke graadmeter voor de trainer. “Waar zouden jullie voor kiezen? Een team opbouwen en daarbij de basis leggen voor meer, waarbij wel de kans bestaat dat je degradeert of het hanteren van de botte bijl en alles op alles zetten om handhaving te realiseren.” Het bestuur koos unaniem voor het eerste. “Wanneer ik voor het tweede was gegaan dan had ik wel rigoureuzer ingegrepen, maar dan denk ik ook niet dat iedereen van de selectie nog binnenboord was gebleven. Ik heb hier bewust niet voor gekozen”, weet Van ’t Westeinde.
Waar het aan lag dat degradatie niet kon worden afgewend is lastig te benoemen. Had het met pech te maken? Waren het toch de kwaliteiten die de doorslag gaven? Feit is dat de selectie in de wedstrijden rondom de winterstop veel onnodig puntverlies heeft geleden. “Wanneer je een objectieve analyse maakt dan hebben we ook wedstrijden in de laatste minuten weten te winnen. Het slaat dan misschien iets door richting de negatieve zijde”, is de trainer realistisch. “In zijn algemeenheid ontbeerde het ons aan scorend vermogen. Dat ligt niet aan de voorhoede alleen, het vermogen om als team kansen te creëren speelt daar in mee.” Wedstrijden tegen Xerxes en ASWH zijn daar goede voorbeelden van. “Toen slaagden wij er niet in om tegen tien tegenstanders nog een doelpunt te maken.”
“Naar omstandigheden kijk ik positief terug. Ik denk niet dat er heel veel meer in zat.” Teveel winnaar is Van ’t Westeinde om zich neer te leggen bij het resultaat. “Over de degradatie ben ik zeer ontevreden, maar als trainer kijk je vooruit. Wanneer je een ambitieuze hoofdklasser wil zijn, dan moet je het ook al heel goed doen in de hoofdklasse. Ik weet niet of dat volgend jaar gelukt zou zijn”, is de eerlijke analyse die Van ’t Westeinde loslaat. “De eerste klasse is binnen de voetbalpiramide een stapje terug. In de ontwikkeling van het elftal hoeft dat niet zo te zijn. Het komende jaar kunnen we de basis leggen om het vervolgens weer goed te doen in de hoofdklasse.” De klokken sloegen immers niet meer vijf voor twaalf, zoals aan het einde van het seizoen, maar weer ‘gewoon’ half vier.
Foto: Justin Egberts