In eerdere jaren heeft Tim van der Vlugt meer dan eens in het eerste elftal van VEP gespeeld, maar in de afgelopen periode koos hij er voor om in een lager seniorenteam te spelen. De spits kwam uit in het zesde van de vereniging, maar nadat de club de stap naar het zaterdagvoetbal zette, begon het ook bij Van der Vlugt weer te kriebelen.
“Ik had er wel weer zin in”, vertelt Van der Vlugt over zijn keuze om weer voor prestatief voetbal te gaan. “Die derby’s maakten het voor mij aanlokkelijk om het nog eens te proberen. Uiteindelijk zit je dan bij de eerste selectie en dat maakt het leuk”, vertelt de aanvalsleider. Afgelopen weekend ontbrak hij in de basiself wegens een blessure, maar viel hij later in het duel in. Hij bekroonde die invalbeurt met een treffer.
Blessures hebben zijn carrière vaker parten gespeeld. “Ik heb wat zware blessures gehad. Voor zaterdag speelde ook weer wat rugpijn op”, weet Van der Vlugt. Het is mede daardoor dat hij in de zomer verschillende sportactiviteiten heeft ondernomen om volledig fit aan het nieuwe seizoen te beginnen. “Toen ben ik zo’n vier keer per week naar de sportschool geweest. Ik moest in ieder geval zorgen dat ik lichamelijk fit ben, naast de standaard pijntjes die je sowieso wel hebt.”
In de eerste twee wedstrijden stonden direct twee derby’s op het programma. “Dat is leuk. Je blijft nog even in de kantine ene praatje maken. Die sfeer is toch leuker dan wanneer je op zondag ergens in Almere moet voetballen”, schetst hij het beeld. “Het is belangrijk om ook even te blijven hangen. Je blijft toch een voetbalvereniging waar in de kantine omzet gedraaid moet worden”, vertelt hij met een knipoog voor.
Van der Vlugt is niet de enige speler die bij het nieuws dat VEP op de zaterdag ging voetballen na begon te denken. Zo zijn de drie broers Daalhuizen weer herenigd bij de club waar ze zijn begonnen. “Die jongste twee heb ik zelf nog training gegeven. Ik hoor dan ook bij de ouderen”, weet hij. Het geeft hem direct een bepaalde leidersrol. “Er moet iets gaan leven in de groep en dat proberen we samen voor elkaar te krijgen”, rondt hij af.
