In een periode waarin het nieuws omtrent de contracten van trainers naar buiten komt, heerst er bij SCH ’44 rust. Rene van der Kooij heeft immers een contract voor twee jaar en daarmee kent de selectie zekerheid over de toekomst. Over de eerste seizoenshelft is de trainer, die na een lange periode weer een vast team onder zijn hoede heeft, tevreden.
De gewenningsperiode binnen het bestaan als trainer van Rene van der Kooij heeft na een periode van afwezigheid niet lang geduurd. Het is niet dat de oefenmeester lang buiten het voetbal actief is geweest, want hij heeft binnen het voetbal nog altijd de functie van hoofd jeugd opleidingen behartigd. Toch is het trainerschap iets anders. “Nu ik weer op het veld sta, heb ik het ontzettend naar mijn zin.” Dit plezier wordt mede ingegeven door het winnen van de eerste periode. Een prestatie waarop men in Harmelen trots is, maar nadien werd geen wedstrijd meer gewonnen.
“Het is vervelend dat je van de laatste wedstrijd geen enkel duel meer hebt gewonnen, maar we vinden wel dat we beter voetballen en stappen maken. We zien erg uit naar het vervolg.” Ook op de mindere fase van de eerste seizoenshelft stemt tot relatieve tevredenheid. “Tegen Abcoude en Kampong speelden we gek gezegd heel erg goed. Tegen AGB verloren we ook, waarna Hoofddorp als negatieve uitzondering gold.”
Juist in die fase begonnen blessures en schorsingen het elftal op te breken. Het spel bleef aardig verzorgd, maar stootkracht voorin was waar het aan ontbrak. “We hebben veel concessies in onze basiself moeten doen. Er was geen concurrentie meer. Het is dus fijn dat jongens als Voorwerk, Griffioen, Spaan en Van Doorn weer terugkeren. Dat ziet er positief uit. We kunnen daardoor ook op trainingen weer wedstrijdgerichter te werk gaan”, vertelt Van der Kooij met een blik die op de toekomst gericht is. Zo snel mogelijk de lastige periode achterlaten en het goede ritme van het begin weer herpakken lijkt dan ook het devies te zijn.
“Het spel moet nog verbeterd worden en ook het niveau zal omhoog moeten. In mei moeten we er staan, want dan zouden we de prijs die nacompetitie heet uit kunnen pakken.” Het betekent allesbehalve dat de strijd om het kampioenschap wordt opgegeven. “We geven nog niet op. De ploegen in deze afdeling gaan ook nog punten kwijt raken. Bij AGB zullen de schorsingen en blessure ook nog gaan komen. In de competitie kunnen we nog leuke dingen gaan doen.”