Na het verlies van afgelopen zondag tegen Pancratius is de titel voor het Harmelense SCH ’44 uit zicht. Voor de tweedeklasser is het zaak om andere doelen te stellen, want men is al verzekerd van de nacompetitie om promotie. De doelstelling voor trainer Van der Kooij is simpel: “Ik vind dat we er alles aan moeten doen om tweede te worden”.
In de eerste klasse zijn er verschillende ploegen die stoppen met het zondagvoetbal. Voor tweedeklassers als SCH ’44 biedt dat mogelijkheden aangezien de weggevallen plekken worden opgevuld door ploegen uit de tweede klasse. Daarmee kan het bereiken van een tweede plek belangrijk zijn aangezien het nog niet duidelijk is hoe dit precies in zijn werk zal gaan. “Zorg er maar voor dat je zo hoog mogelijk eindigt. Je weet nooit wat de KNVB gaat doen en ik zou het zonde vinden wanneer je achteraf hoort dat er meer in zat”, is de nuchtere visie van Van der Kooij.
Het is niet alleen vanwege een eventuele promotie die de ambitie van de trainer ingeeft om zo hoog mogelijk te willen eindigen. Uiteraard spreekt hier de normale en gezonde ambitie van een voetbaltrainer uit, maar er is nog iets. “Laten we maar zorgen dat we bij de eerste drie staan. Dan vangen we de nacompetitie ook aan met een positief gevoel”, vertelt Van der Kooij. Het vergroot de kans op een promotie, aangezien de tegenstanders uit de eerste klasse in een negatieve spiraal terecht zijn gekomen. Een ploeg als SCH ’44 heeft dan juist de ‘winning mood’ te pakken en zal daar het nodige vertrouwen uit kunnen putten.
Met het spel van de Harmelenaren zit het wel goed. De ploeg speelt verzorgd en aanvallend voetbal waarbij het voldoende kansen creëert. Daar wil het alleen nog wel eens misgaan. “Ik proef aan niemand dat het nergens meer over gaat. Dat stralen ze ook niet uit. Het elftal is nog niet klaar met ontwikkelen en er zijn voldoende aanknopingspunten. Wanneer we dat uitvoeren, dan zullen we weinig wedstrijden meer gaan verliezen”, spreekt de oefenmeester vol vertrouwen.
Voordat de nacompetitie aangevangen kan worden dient de ploeg nog een vrijwel complete tweede seizoenshelft af te werken. Daarvoor stelt de trainer nog voldoende doelen. “Misschien dat we iets minder gericht zijn op de ranglijst en meer op het ontwikkelen van ons spelniveau. We hebben tegen onszelf gezegd dat we het spel dermate veel verbeteren dat we er in de nacompetitie staan. Dat betekent dat we dertig tot veertig procent beter moeten spelen”, is de kritische blik van de trainer. Een visie die er voor kan zorgen dat het team naar de eerste klasse kan promoveren
Foto: PR SCH ’44