Sportlust ’46 promoveerde het afgelopen jaar middels een sensationele laatste speelronde naar de hoofdklasse. Een jaar na de degradatie keerden de mannen, onder leiding van Richard Middelkoop, weer terug op het podium waarop het al een aantal jaren actief was. Dit jaar staat een nieuwe trainer voor de groep in de persoon van Dennis Sluijk. Hij vertelt over zijn visie op de te kiezen strategie.
Plaatsgenomen aan een tafel, vult de kantine van Sportlust ’46 zich met spelers van het eerste elftal. Zij hebben net een training afgewerkt. De sfeer op het veld oogt ontspannen en fanatiek. De ruimte voor een dolletje wordt benut door grappenmaker Mitch van der Vlist. De spits roept Sluijk toe nadat een bal over de gelegenheidskeeper in de goal beland. “Ga je ook nog eens een bal pakken?”, galmt het over het trainingsveld.
“Het is me wel duidelijk geworden dat wij niet gewend zijn om druk te zetten. Dat wordt nog een groot issue.” Sluijk hanteert graag een aanvallende tactiek. Tijdens de eerste traingingen blijkt dat de spelers nog aan deze manier van voetballen moeten wennen. “We willen vroeg druk zetten. Het is niet erg wanneer dat verkeerd gaat, maar de organisatie moet staan. Als dat niet goed is, dan wordt dat op hoofdklasse niveau genadeloos afgestraft.”
De visie van Sluijk is duidelijk. “Het wordt mijn opdracht om meer naar voren te gaan voetballen. Het moet niet uitmaken of je tegen de bovenste of onderste ploeg speelt. Tegenstanders moeten met de drollen in de broek naar Woerden afreizen.” Oog heeft de oefenmeester vooral voor de uitvoering. “Ik wil een speelstijl creëren waarbij iedereen zich prettig voelt. Daarnaast moet het ook leuk zijn om naar te kijken.”
De afgelopen jaren acteerde Sportlust ’46 vooral in een 4-3-3 formatie. Dit jaar is de kans groot dat dit veranderd. “Als ik de groep zie, dan neig ik ernaar om 4-4-2 te gaan spelen.” Het wegvallen van Nick van Baaren zorgt ervoor dat de ploeg geen grote sterke spits meer herbergt in de selectie. Volgens Sluijk een belangrijk onderdeel in het 4-3-3 spel. “Zo’n type speler hadden we er nog graag bij gehad als eventuele pinchhitter. Die hebben we alleen niet gevonden.”
Aan de bar hebben een aantal leden van de club zitting genomen. Ze aanschouwen de wedstrijd tussen het Engelse Southampton en Vitesse. De een heeft een biertje voor zijn neus staan, de ander doet dat met een frisje. De spelers van het eerste elftal gaan aan de voor hun gebruikelijke tafel zitten en praten nog wat na. Het tekent de hechte sfeer die binnen het team aanwezig is.
De selectie van Sportlust ’46 kent een aantal nieuwkomers die in de visie van Sluijk passen. “Epi Kramer is een jongen die ik al langer ken. Hij heeft alles in zich om een goede spits te worden. Het is een onberekenbare speler die vanuit het niets iets kan forceren. Als rechtsbuiten heeft hij vorig jaar vijftien goals gemaakt. Dan kan je wel wat. In mijn beleving is hij alleen geen rechtsbuiten, maar een spits.”
Eerlijk vertelt Sluijk dat hij enigszins verbaasd is over het feit dat Kramer voor Sportlust ’46 gekozen heeft. “Hij heeft al eerder bij mij gespeeld. Toen heeft hij vooral op de bank gezeten. Ik vond hem lui.” Sluijk vind dat de spits zich heeft ontwikkeld. “Hij is serieuzer en volwassener geworden. Epi kan zomaar de verrassing van het seizoen worden.”
Niet alleen Kramer kent Sluijk al langer. Ook Stef Hoogveldt, die overkomt van vierdeklasser NITA, is geen onbekende. “Hem ken ik nog uit mijn tijd bij Hercules, hij zat toen bij FC Breukelen. Dat was toen een eerste klasser. Hij dus wel over ervaring op niveau.” Sluijk heeft enkel positieve woorden over de spits die het afgelopen jaar met scherp schoot. “Wanneer je zo’n 45 doelpunten in één jaar maakt, dan kan je echt wel wat. Ook al is dat in de vierde klasse. Ik heb daar wel eens wat wedstrijden bekeken en dat is één grote schoppartij. Voetballend gezien zal hij het dit jaar makkelijker krijgen.”
De selectie is het komende jaar meer in balans. “Ik wilde meer linkspoten erbij hebben. We hadden enkel Mike Verhagen en Martijn Jansen. Nu is daarin meer keuze met Sercan Kurdal en Stef Hoogveldt.” Het levert genoeg keuze op voor het eerste officiele treffen met SC Woerden. De wedstrijd voor de beker zal volgens Sluijk vooral bij de mensen van de club leven. “Mij persoonlijke maakt het niet zoveel uit, maar voor de stad en club is het natuurlijk leuk.”
Foto: Justin Egberts
