Siveo ’60 heeft een belangrijke stap gezet in de richting van een tweede plek in de eindrangschikking van de vierde klasse. Zaterdag werd directe concurrent Gouda verslagen. Daarmee werd een aanval afgeslagen. De andere concurrenten in de vorm van Sportief en Linschoten lieten evenzo punten liggen in de race om de tweede plek.
De mannen van Herman Verrips waren doordeweeks al op scherp gezet. Een artikel in het AD Groene Hart was hier de oorzaak van. Bij Nieuwkoop geloofde men niet dat Siveo ’60 van Gouda zou winnen. Uiteraard lag het in de lijn der verwachtingen dat Nieuwkoop zelf VV Linschoten zou verslaan. Uiteindelijk liep dit scenario anders. Zelf speelde het met 0-0 gelijk en dankzij een benutte strafschop van Stef Kuijer won Siveo ’60 zijn eigen wedstrijd. “Het was heel mooi bedacht, maar dat is niet uitgekomen”, vertelt Verrips gevat.
De wedstrijd zelf leverde een verdiende zege voor Siveo ’60 op. “Het was een open wedstrijd waarbij Gouda direct een op een ging spelen. Wij gingen daarin mee en dat hebben we goed opgepakt.” Het resulteerde in een aantal grote kansen voor de Zegveldse formatie. “Wij hadden al eerder op een 1-0 voorsprong moeten komen, maar hun keeper verrichtte een goed redding. Dat we hebben gewonnen is hartstikke mooi.” De ploeg had toch een strafschop nodig om de enige treffer van het duel aan te laten tekenen. “Dat was wel een terechte strafschop. Onze rechtsbuiten werd in de zestien meter finaal onderuit geschopt”, het leverde voor Verrips geen discussie op. Een terechte kalktrap.
Na vorige week was het er Siveo ’60 ook alles aan gelegen om zichzelf te revancheren van de 4-1 nederlaag van vorige week. Toen was Moerkapelle te sterk. “Toen hebben we niet echt ons spel laten zien. Gisteren hebben we het weer goed gedaan. We joegen de tegenstander weer af en hebben hard gewerkt.” De speelwijze wierp zijn vruchten af waardoor Siveo ’60 op dit moment vrijwel zeker is van de tweede plek en daarmee ook voor het derde jaar op rij een plek in de nacompetitie. Gaat Siveo ’60 dit jaar wel promoveren?
Foto: Justin Egberts; archief