Na het kampioenschap in de zaal heeft SDO/BlijWerkt het hoofdgerecht al opgepeuzeld, maar gaat het nu op het veld voor het toetje. Zaterdag was de eerste wedstrijd na de hervatting direct belangrijk. Concurrent voor de titel Pernix vormde de tegenstander en een belangrijke stap richting een nieuw kampioenschap kon gezet worden met de 21-24 overwinning.
Het was in eerste instantie even puzzelen voor trainer Jesper Oele. Dico Beijeman en Robin van der Vliet zijn beide geopereerd om uiteenlopende redenen. Bij Beijeman is een botje uit zijn voet operatief verwijderd, terwijl de kapotte knie van Van der Vliet is hersteld, maar nog wel minimaal een jaar zal moeten toekijken. “Dan is het kijken hoe we dat kunnen opvangen en de draad weer kunnen oppakken”, aldus Oele.
Pernix is een ploeg dat evenzo voor het kampioenschap gaat en dus was het direct een belangrijk duel. “Nu hebben we ze op drie punten gezet en hebben we gewoon een volwassen pot gespeeld. We kwamen vier voor en nadat zij nog gelijk kwamen hebben we de draad gewoon opgepakt. Mede omdat we korfballend gewoon beter zijn. De hele wedstrijd hebben we tussen de drie en een voorgestaan”, aldus de oefenmeester die blij is met de volwassenheid van zijn ploeg.
“We lezen wedstrijden gewoon stukken beter. Er werden weinig fouten gemaakt en op de juiste momenten werd getemporiseerd. Op het veld maken we ook 24 goals, dan speel je in principe gewoon een goede pot. Dit geeft ons weer een stukje vertrouwen”, aldus Oele.
Inmiddels heeft de ploeg een gaatje van drie punten op Pernix en twee punten op GKV. “Het is vooral een goede eerste zet. We zijn er nog lang niet. Het is niet zo dat we van de onderste ploegen zomaar gaan winnen zoals in de zaal het geval was. BEP hebben we verloren en DOS Kampen gelijk gespeeld. GKV speelt daar ook gelijk”, wil Oele maar aangeven dat het niveau dicht bij elkaar zit.