SDO/BlijWerkt speelde zaterdagavond een speciale wedstrijd. Rondom de wedstrijd waren verschillende herdenkingen aan Cora Burggraaf georganiseerd. Iemand die binnen de vereniging als supervrijwilliger te boek stond en staat. Inzamelingsacties sierde het duel met KCR. Een wedstrijd die door de Kamerikse korfbalclub, zij het moeizaam, met 22-19 winnend werd afgesloten.
Bij rust keek de ploeg tegen een achterstand van drie doelpunten aan. Even leek het erop alsof het devies van trainer Jesper Oele in de wind werd geslagen: tegen de kleintjes geen punten laten liggen. Juist op dat moment kwam de kracht van de ploeg naar voren. Men stond op en wist uit een verborgen vat nieuwe krachten te putten. De wedstrijd werd naar de hand gezet en daarmee verschaft de ploeg zich voor het slot van de competitie een goede uitgangspositie.
“Van onze kant was het geen goede wedstrijd. Op zich starten we aanvallend nog wel goed, maar we ronden de kansen dramatisch af waardoor we zelfs buiten de schotklok eindigen”, vertelt de oefenmeester. Het vormden de inluidende beschietingen voor een lastig duel. “Je probeert jezelf de wedstrijd in te knokken en dat leverde uiteindelijk ook de overwinning op. Daarnaast had KCR het ook goed op orde. Toch hadden we wel ruim gewonnen wanneer wij ons niveau haalden”, aldus Oele.
Het niveau zelfs was gewoon niet genoeg. Daarover is men het eens bij SDO/BlijWerkt. Echter, moeizame wedstrijden komt elke ploeg in een seizoen tegen. Belangrijk is juist dan om de wedstrijden naar de hand te zetten. Iets dat SDO/BlijWerkt ook weer voor elkaar krijgt. “Het is bij dit soort wedstrijden ook vaak zo dat wanneer de eerste goal valt, je de wedstrijd ruim wint. Dat wij onszelf in de wedstrijd knokken stemt tot tevredenheid hoor, er kwam toch weer iets los waardoor we er stonden. Dat geeft vertrouwen naar zaterdag.”
Dat het zaterdag anders moet is duidelijk voor de manschappen van Oele. De topper tegen Swift Middelburg staat op het programma. Een eerste finale van vijf. SDO/BlijWerkt komt weer een wedstrijd goed door en vooral dat gevoel moet blijven hangen.
Foto: Anno Visser