SCH ’44 heeft in duel met Elinkwijk in de laatste minuut een laat verkregen voorsprong uit handen gegeven. De einduitslag van 1-1 was dan wel terecht, de manier waarop was zuur. Mitch Maas zorgde in de 89e minuut nog voor een 0-1 voorsprong.
“Elinkwijk heeft een hartstikke goede ploeg”, weet Dijksterhuis. “We werden pas vanaf de twintigste minuut wakker. In deze minuten stonden zij al driemaal vrij voor Nick Mansveld.” De doelman bracht even zo vaak prima redding. “Na deze minuten hebben we ons prima staande gehouden. We gaven nagenoeg niets meer weg. Ook wij creëerden maar weinig. Tweede helft kreeg Boy (Voorwerk red.) wel een goede kans. Elinkwijk werd enkel nog gevaarlijk vanuit dode spelsituaties.” Dijksterhuis weet zodoende dat het gelijkspel verdiend was.
“Toen de 1-0 viel was iedereen langs de kant blij. Daarna krijgen wij nog een kans waarbij we in een 3-1 situatie belandde. Dan moet je minimaal iemand vrij voor de keeper zetten. Daarin moeten we veel scherper zijn. Wij deden niets met deze kans.” Dijksterhuis laat duidelijk weten dat hij hier slecht tegen kan. “Op de training hebben we donderdag ook afgewerkt. Dat ging ook niet goed. Dat zie je terug in de wedstrijd. Vorig jaar kreeg je een stuk of vijftien kansen, dat zijn er nu gewoon een stuk minder. Met vier à vijf kansen moeten we het gewoon doen. Zondag waren dat er zelfs nog minder.”
De laatste wedstrijden heeft SCH ’44 vaak een gelijkspel weten te noteren. Een van de redenen is dat de ploeg verzuimd om afstand te nemen van een tegenstander. “Daar moeten we nog stappen in maken. Kansen moeten worden afgemaakt.” Toch is Dijksterhuis niet ontevreden over de prestaties van zijn ploeg. “Ik kan voor de rest alleen maar complimenten maken over hoe we bezig zijn. Het is gewoon goed.” Het tekent de ambitie van Dijksterhuis dat hij niet snel tevreden is. “Wanneer we twee wedstrijdjes meer hadden gewonnen van al dei gelijke spelen, dan hadden we nu echt bij de grote jongens gehoord.”
Dat de treffer nog in de laatste minuut valt, daarover kan Dijksterhuis niet boos zijn. “Dit gebeurd op elk niveau. Of het nu in de eredivisie, het WK, bij de f-jes of SCH is. Overal zie je dat gebeuren. Toch staat wel een van hun beste spelers helemaal vrij. Daar wijs ik mijn spelers op. Boos wordt ik daar niet om.” Het tekent de nuchterheid van de oefenmeester. “De wedstrijd moeten we wel slimmer uitspelen. We trappen te snel de bal over de zijlijn heen.” Dijksterhuis mag dan wel niet boos zijn, zonde vindt hij het wel. “Moet ik dan boos worden? Het gebeurt overal. Dan heb je het tegen tien man lastig en sta je even te slapen.”
Foto: Justin Egberts; archief