Waar de heren van VTC Woerden een prima start van het seizoen kende, zwakte dit de afgelopen weken wat af. Zaterdag werd met 3-1 verloren van US H1 en vorige week was hekkensluiter Punch te sterk.
Nog één wedstrijd staat op het programma tegen Vives en dan begint de winterstop. Met de feestdagen in het verschiet is de ploeg dan even vrij. De balans kan dan worden opgemaakt en duidelijk is dat VTC Woerden keer op keer met terugkerende problemen kampt. Een servicepass die niet altijd even goed is en het feit dat de ploeg nog wel eens tegen zichzelf wil gaan volleyballen in plaats van tegen de opponent.
,,Zaterdag speelden we een zwakke wedstrijd. De eerste set verloren we vrij kansloos. Wanneer wij te weinig scoren, dan geven we de tegenpartij teveel mogelijkheden om het onze verdediging dan lastig te maken. In de tweede set leken we het nog wel te herstellen en stonden we ook met 22-18 voor, alleen gaven we het alsnog weg. Pak je die set, wordt het een hele andere wedstrijd”, luidde het clichématig uit de mond van trainer Joris Meegdes. Toch had de oefenmeester een punt. De heren van VTC Woerden zijn dit seizoen te wisselvallig gebleken. Zo wordt een hele goede wedstrijd tegen Spaarnestad afgewisseld met een verlies tegen Punch. Het is het verhaal van de eerste seizoenshelft.
Denkt de ploeg te gemakkelijk over een wedstrijd, dan gaan de Woerdenaren keer op keer onderuit. Tegelijkertijd trappen de spelers telkens weer in diezelfde val. Dat heeft ook met kwaliteit te maken, want het besef is allicht aanwezig in de groep. ,,Vorige week zat ik een week in Londen. Met de groep sprak ik toen hoe we dat gaan oplossen. De conclusie was dat ze niet een andere coach nodig hadden en ze het zelf zouden doen”, vertelde Meegdes. Het resultaat was duidelijk, een keihard verlies.
Naast de mentale weerbaarheid moet ook de variatie in het spel en de servicepass verbeteren. Krijgt de ploeg dat voor elkaar, dan kan het nog een mooi seizoen worden. Zo niet, moetende lange mannen misschien wel oppassen. ,,Voor mijzelf denk ik in ieder geval dat er nog erg veel in zit, maar we moeten er niet te gemakkelijk over gaan denken.
Foto: Marsha de Kwaadsteniet/archief