SCH ’44 heeft zondag een gelijkspel genoteerd tegenover SV Hoofddorp. Door de wind was goed voetbal niet mogelijk. Toch was trainer Renato Dijksterhuis niet tevreden. Hij vond het spel matig. Keeper Nick Mansveld ontpopte zich tot held door in de laatste minuten van dit duel een strafschop te stoppen en daarmee een punt veilig te stellen.
De wedstrijd tegen SV Hoofddorp was van Harmelense kant matig. Dat vond trainer Renato Dijskterhuis. “Alleen Nick (Mansveld red.) en Mitch (Maas red.) behaalde een voldoende. De warming-up zag er al plichtmatig uit.” Het zat er deze wedstrijd voor SCH ’44 niet in om de winst naar zich toe te trekken. De wind speelde hierin een grote rol. “Onze tegenstander had prima door hoe wij wilden voetballen. Jeffrey (Van Kleef red.) werd op de rechtsback positie vastgezet. Onder deze druk kwamen we niet uit.”
Het middenveld van SCH ’44 was, mede door het niet meespelen van de zieke Boy Voorwerk, zeer aanvallend ingesteld. Dit bleek achteraf een verkeerde keuze te zijn. “Na een half uur haalde ik Dirk-Jan Wit van het veld. Voor rust wissel ik normaal gesproken nooit, maar ik voelde dat ik moest ingrijpen.” De jongeling ging ondanks de teleurstelling professioneel om met de tegenslag. “Hij baalde natuurlijk wel, maar toch gaf hij mij nog netjes een hand.” Het tekent de middenvelder.
De ploeg uit Harmelen kwam na rust iets beter in de wedstrijd. “Deze was minder slecht dan de eerste”, typeerde Dijksterhuis het vertoonde spel. Mitch Maas kreeg een tweetal grote kansen. “Daar moest er minimaal een van in.” Toch betekent dit niet dat de zege SCH ’44 toekwam. In de 88e minuut incasseerde het een strafschop. Een kans die de meeste ploegen verzilveren middels een treffer. Dit ging zondag niet door. Nick Mansveld bracht redding. “Hij ging volle bak naar de hoek. Dat was een geweldige redding. Hij pakte voor ons een punt”, aldus Renato Dijksterhuis.
Het mentale aspect is iets dat dit seizoen vaker naar voren komt bij SCH ’44. Wanneer het tegen mindere tegenstanders speelt kan het af en toe niet die strijd aan de dag leggen die het tegen sterkere opponenten wel laat zien. “Je moet de tegenstander opvreten. Op je eigen helft zit je gewoon kort”, klinkt het gedreven. Toch wil Dijksterhuis niet in boosheden vervallen. “Ik heb deze wedstrijden ook zelf gespeeld. Dan kwam ik niet vooruit. Misschien ben ik dan een rare trainer, maar ik wordt hier niet zo snel boos over.”
Foto: Justin Egberts; archief
