Floortje Mackaij heeft in aanloop naar het Nederlands Kampioenschap wielrennen een goed weekend gekend. De Woerdense wielrenster won zaterdag de Molenomloop van Schermer. Zondag zegevierde ze bij het criterium Ronde van de Uithof in Den Haag. Zo op het eerste oog lijkt de vorm wel goed te zitten.
“Ik ben inderdaad heel blij met deze twee overwinningen,” Mackaij klinkt direct even vrolijk als altijd. Met het Nederlands Kampioenschap dat in aantocht is heeft de Woerdense een goede vorm te pakken. Met twee zeges in het weekend bleek dat ze haar voorbereiding richting het kampioenschap goed heeft ingedeeld.
“Zaterdag ging de wedstrijd dwars door de polder. Vaak de wind of op de kop of wind mee. Ik moest dus wachten met mijn aanval.” Mackaij gaat verder met haar wedstrijdanalyse. “Iedereen kan in zo’n geval hard fietsen.” Op 20 á 25 kilometer kwam het goede moment. “Toen stond de wind vanaf de zijkant. Toen plaatste ik een aanval en zat iedereen op de kant. Toen was het lastig terugkomen voor de rest.”
Mackaij was toonde zich al langer gretig in de wedstrijd. Een eerste aanval liep alleen op niets uit. “De samenwerking was toen niet helemaal lekker. Daarom werden we teruggepakt.” De tweede poging bleek wel een succes. “Rozanne Slik en Nike Beckering waren nog in staat om te volgen. Nu bleven we wel weg. In de finale was er ook wind vanaf de kant. Daarom plaatste ik nog een aanval die ook beslissend was. Uiteindelijk won ik,” klinkt het opgewekt.
Op de zondag wist Mackaij in Den Haag het gehele peloton op een ronde te zetten. Dit deed ze samen met haar Australische medevluchtster Kristy Glover. “Uiteindelijk liet ik het niet op een sprint aankomen. Ik sprong weg en won zo opnieuw. De zege is dan toch zekerder dan dat we ervoor gaan sprinten.”
Komende week ligt er een groot doel voor Mackaij te wachten. Op het Nederlands Kampioenschap zal ze gaan strijden op de tijdrit en bij de wegwedstrijd. “Vorig jaar werd ik vijftiende in de tijdrit. Dit jaar hoop ik toch de top tien te bereiken.” Het tekent de ambitie die bij Mackaij aanwezig is. “Voor de wegwedstrijd vind ik het lastiger om een concreet doel te stellen.” De wedstrijd is immers niet heel selectief en het kan daarom zomaar op een massasprint uitlopen. “We starten met zijn zessen. We gaan in ieder geval iets proberen!”
