Hoe hangt bij de verschillende sportverenigingen uit de regio na ongeveer een jaar van inactiviteit de vlag erbij? De komende periode zullen we daarover met verschillende voorzitters van gedachten gaan wisselen. Gesprekken over de staat van de verschillende verenigingen uit ons verspreidingsgebied. In deze zesde aflevering de voorzitter van SCH ’44: Gert-Jan Dijkstra.
Haa Gert-Jan! Hoe hang de vlag er bij SCH ’44 bij?
Allereerst vind ik dat we ons goed door de coronaperiode heen hebben geslagen. De vereniging hebben we ook bij elkaar weten te houden. Zo hebben we nieuwsbrieven verstuurd over de ontwikkelen en hoe meer er kon hoe meer wij ook weer gingen doen binnen de club. Met name binnen de jeugdafdeling hebben we veel onderling kunnen spelen, alhoewel het altijd wat gekunsteld aanvoelt wanneer je voor de vierde keer tegen hetzelfde team speelt.”
Op welke manier hebben jullie voor de oudere leden wat kunnen betekenen?
,,Voor jongvolwassenen hebben we ook onderlinge wedstrijden kunnen regelen, maar wanneer mensen ouder zijn was dat wel lastig. Daar hebben we weinig voor kunnen doen. Dat beperkte zich toch tot anderhalve-meter-spelletjes. Daar was nog best wel wat animo voor. Daarnaast hebben we via de activiteitencommissie het nodige kunnen organiseren.”
Merken jullie dan ook dat de leden overwegend zijn blijven hangen?
,,Er zijn altijd mensen die na een lange periode van inactiviteit andere dingen gaan doen. Dit betreft zo’n tien tot vijftien mensen dus dat is ook geen groot patroon bij onze vereniging. Bij de jeugdteams zien we momenteel juist een toename van spelers. Daarvoor hebben we ledenwervingsacties gehouden en daarvoor zijn alle scholen benaderd. We hielden ‘open huis’ zodat mensen vast mee konden kijken op de club. En dat heeft dus zijn vruchten afgeworpen.”
Hoe ging het bij jullie op financieel vlak? Daar zal allicht een klap gevallen zijn.
,,Wij hebben de contributie gewoon geïnd en daarbij hebben wij uitleg gegeven waarom wij dat hebben gedaan. Dat is door de meesten prima nagekomen. Dat was vooral nodig om de continuïteit te waarborgen. Ook sponsoren zijn ons overwegend trouw gebleven. Ook zijn we met de kaasschaaf over de begroting gegaan en hebben we enkele kostenbesparingen kunnen doorvoeren.”
Een flinke rol voor de penningmeester dus.
,,Die moest inderdaad scherp zijn. We konden ook gebruik maken van regelingen die waren opgesteld. Daarvoor hebben we de koppen bij elkaar gestoken. Over het algemeen is ook daarom te stellen dat we er goed doorheen zijn gekomen. De basis is breed genoeg en het komende seizoen kunnen we dus met vertrouwen tegemoet zien.”