Na het stoppen van Frank van der Moolen moest VV Kamerik op zoek naar een nieuwe keeper. In de persoon van Jan de Vries werd die nieuwe keeper gevonden. De huidige sluitpost werd gedwongen om te stoppen met voetballen, maar het spelletje en bovenal het teamgevoel kon hij niet loslaten.
Ook in de eerste seizoenshelft werd hij getroffen door verschillende blessures. Zijn enkel werkte niet mee en daardoor ervoer hij vooral pijn bij uittrappen. Toch was dit vorig jaar erger. “Ik raakte vorig jaar wel om de drie wedstrijden geblesseerd. Ik heb een paar keer mijn enkelbanden ingescheurd en afgescheurd. Links en rechts”, laat De Vries los over het blessureleed dat hem niet bespaard is gebleven.
Het waren de doktoren die hem noopten te stoppen met voetballen. Echter, het voetbal in zijn geheel loslaten lukt hem niet. Tijdens de derby met SC Woerden van anderhalve week geleden laat hij deze passie weer zien. Verschillende ballen ronselde hij uit het doel. “Ik heb vroeger ook gekeept dus echt wennen was het niet”, weet De Vries. Wel leeft hij nog altijd even fanatiek mee als voorheen. “Ik ben eigenlijk nooit zenuwachtig, maar als we voorstaan trek ik die laatste minuten echt heel slecht.”
“Ik vind eerlijk gezegd voetballen tien keer leuker. Echter, het belangrijkste van voetbal is om in een team actief te zijn. Dat kon ik ook niet loslaten en dus wilde ik al in het tweede team gaan spelen. Maar toen stopte Frank van de Moolen. Ze hadden een keeper nodig en toen ging ik de concurrentiestrijd aan met Niels de Waal. Het is bij ons één grote vriendengroep dus het team maakte ook niet zoveel uit waarin ik terecht zou komen.”
Echt wennen hoefde De Vries niet, maar verschillende aspecten aan het keerpersleven blijven lastig. “Het pakken van hoge ballen bijvoorbeeld”, aldus De Vries. Even twijfelde hij bij een hoge bal. Moet ik wel of niet springen. Gemakkelijk kon hij de bal vangen, maar soepel oogde het niet. Precies daarover sprak de keeper wanneer hij de lastige momenten als keeper aanhaalt.
Stoppen kan hij niet. Pijntjes blijven aanwezig, maar voor nu is hij tevreden. “Ik ben weer fit”, terwijl hij nog een laatste teug van zijn biertje neemt en nog eens rook inhaleert van een sigaret. Het blijft de vierde klasse.
Foto: © Gijs Nederlof