Tegen topploegen legt SCH ’44 over het algemeen zijn beste prestaties aan de dag. Zondag was ook zo’n wedstrijd. Koploper ZSGO/WMS bezocht sportpark Bijleveld. In een wedstrijd die geteisterd werd door de wind behaalde het team van Renato Dijksterhuis een punt.
“Ik kan tevreden zijn met een punt . We speelden tegen een goede ploeg.” Niet voor niets staan de gastheren op een eerste plek. “Eerste helft waren zij beter. De tweede helft waren wij dat.” Opvallend is dat deze verhoudingen gelijk lopen met de stand van de wind. In de eerste helft had SCH ’44 de wind in de rug. In de tweede helft waren de bezoekers degene die met de wind in de rug speelden.
Ondanks dat SCH ’44 volgens Dijksterhuis in de eerste helft de mindere ploeg was, kwam het wel op een voorsprong. Hugo Peeters was degene die de treffer op zijn naam kreeg. “Daar hadden we een beetje geluk mee. Via de paal en de keeper viel de bal binnen.” Renato Dijksterhuis is bovenal tevreden met het vertoonde spel. “Wij zakten in. De duels gingen we goed aan. De discipline was aanwezig. De uitslag van 1-1 was terecht in een spannende en sportieve wedstrijd”, was de conclusie van de trainer.
Opnieuw liet SCH ’44 zich van zijn goede kant zien in een topwedstrijd. Juist tegen dat soort ploegen worden punten gepakt, op die ene wedstrijd tegen Legmeervogels na. “Dit is wel een ploeg die in dit soort wedstrijden gemotiveerd is.” Zondag was dit vooraf al te zien. “De warming-up was goed. De ‘koppies’ stonden strak. Afgelopen week hebben we ook goed getraind.”
“De komende twee weken moeten we ook gemotiveerd zijn.” Volgens de traditie die SCH ’44 hanteert moet dit geen probleem zijn. Immers, Elinkwijk en Kampong zijn de tegenstanders. Twee ploegen die op een vierde en vijfde positie bivakkeren. Vooral de wedstrijd van volgende week, tegen Kampong, zal een speciale zijn. Twee jaar geleden werden de Harmelenaren in de nacompetitie geëlimineerd door de Utrechters. “Hier hebben ze geen appeltje mee te schillen, wanneer je het aan mij vraagt is dat een hele boomgaard.”
Foto: Justin Egberts; archief