Sinds dit seizoen is op de velden van VEP Nils Peters te zien. Afgelopen zomer kwam hij over van SCH ’44 en was de aanvoerder van die ploeg ten tijden van de opmars die de club heeft gemaakt vanuit de vierde klasse naar de tweede klasse. Hoe is hij nu bij de Woerdense vierdeklasser beland?
Kampong thuis of Sportief uit. Het is een wereld van verschil en het contrast waartegen Peters dit seizoen is aangelopen. “Ik ga van bovenin de tweede klasse naar spelen in de vierde klasse. Een heel ander soort voetbal”, schetst de middenvelder het verschil. “Het is wel wennen. Uiteindelijk heb ik hier zelf voor gekozen en is het ook nog eens een heel leuk team”, weet Peters.
Het voetbaldier viel bij SCH ’44 buiten de boot. “Het was voor mij ook een moeilijke keuze om de club te verlaten. Vorig jaar was ik niet fit door een scheurtje in mijn achillespees. Het jaar daarvoor wel, maar speelde ik ook niet. Ik heb gewoon niet zo’n goede band gehad met de trainer en dat kan”, weet Peters. “Iedere speler zal op een gegeven moment gaan rekenen of er nog kans op speeltijd is”, motiveert hij zijn keuze om de club te verlaten.
“Ik ben jarenlang belangrijk geweest en dan is het voor mij moeilijk te accepteren om op het tweede plan te raken. Natuurlijk had ik ook kunnen blijven knokken”, rekent Peters voor. Het vormt de afweging, knokken met de waarschijnlijkheid dat je in het tweede speelt of ergens voor het eerste elftal gaan. Zijn keuze viel op de tweede optie en zodoende belandde hij bij de Woerdense vierdeklasser.
Bekenden bij VEP zoals Chris Daalhuizen, Chris Versteegt en Reza Sahertean lokte Peters naar de ploeg. “Ik dacht vervolgens zelf ook na over de toekomst. Wil ik nog ergens anders in de regio spelen met een kleine meid in het gezin? Ik kan nu lekker op zaterdag spelen en ik heb ook de afspraak gemaakt dat wanneer ik thuis nodig ben ik een keertje vrijaf neem”, aldus de natuurlijke leider.
Teamgenoten tracht hij dingen bij te brengen en dat bereikt hij vooral door eerlijkheid. “Ik zeg wel waar het op staat. Als het niet goed is krijgen ook de jonge spelers het van mij te horen. Dan ga ik nadien wel naar ze toe en leg ik de bedoeling daarachter uit. Ik doe het alleen maar om spelers beter te maken”, weet hij. Hij gebruikt een voorbeeld van de dinsdagavondtraining. De ondergrens waardoor de ploeg zakte tegen Sportief was reden tot een goed gesprek. “Dat lees je dan overal en dat is niet leuk, maar wel de waarheid.”
Het is wellicht een beginnend trainer die spreekt. Iets dat hij jarenlang heeft gedaan bij SCH ’44. “Ik heb mijn diploma’s, dus mocht mijn lichaam aangeven dat het genoeg is, wil ik wel verder gaan in het trainersvak.” De lijntjes staan al uit en zodoende vervult hij die rol al in het veld.