Nu het seizoen ten einde is en alle sporters de zon opzoeken, is de tijd aangebroken om terug te blikken op het afgelopen seizoen. Verschillende spelers komen aan het woord om te vertellen over hun visie op het afgelopen seizoen. In deze eerste aflevering spreken we met Erwin van der Klis, aanvoerder van SCH ’44.
De seizoenen van SCH ’44 duren voor de ploeg sinds het in de tweede klasse speelt steeds wat te lang. Na de winter zakt het niveau in en verspeelt het een mooie positie op de ranglijst. Het leidde ertoe dat de ploeg dit seizoen al vroeg moest afhaken in de strijd om de titel. “In tegenstelling tot vorig jaar zaten er nu nog wel goede wedstrijden tussen. Vorig jaar wonnen we na het winnen van de eerste periode vrijwel geen wedstrijd meer. Anderzijds zakten we ook dit jaar nog wel eens door het ijs”, vertelt Van der Klis de periode na december.
Wedstrijden zoals die tegen Kampong staan nog vers in het geheugen. Een wedstrijd die uiteindelijk in een 7-4 overwinning eindigde. Het vormde de bevestiging dat SCH ’44 zich daadwerkelijk kon meten met de topploegen uit de tweede klasse. “Uit bij NVC hebben we ook pech gehad met een rode kaart. Wij speelden ze daar helemaal weg en waren zeker drie keer beter, maar zij zijn uiteindelijk kampioen geworden”, haalt Van der Klis dit voorbeeld aan om te laten zien hoe goed de ploeg kan spelen.
Het was na de winterstop dat de klad in de ploeg kwam. Op bezoek bij PVC ging het mis. In Utrecht faalde de ploeg van Rene van der Kooij opzichtig en ging het onderuit tegen de laagvlieger. Het was het moment dat men definitief afhaakte voor de titel. “We weten dat we goed kunnen voetballen, maar uiteindelijk komt het er niet meer helemaal uit. Dat is ook kwaliteit. Daarnaast krijgen we ook te maken met blessures en schorsingen waarnaast de tegenstanders ons ook beter kunnen doorgronden.”
Al met al was het voor SCH ’44 te wisselvallig waardoor het niet echt mee kon doen om de prijzen. Uiteindelijk eindigde de ploeg in de middenmoot waardoor het een seizoen met twee gezichten werd. De inzet is wel altijd aanwezig geweest en mede daardoor kan de ploeg nog enigszins tevreden terugkijken. “De prestatie geef ik daardoor een 6,5. Het is niet een onvoldoende. Iedereen heeft de intentie gehad om het beter te doen. De wil is er geweest dus vandaar”, luidt de conclusie van Van der Klis.