Voor SDO/VerzuimVitaal verloopt het seizoen vooralsnog wisselvallig. Tot tweemaal toe werd de overwinning in de laatste secondes van het duel veilig gesteld, maar het verval in de tweede helft is keer op keer groot. Trainer Jesper Oele wil hier geen drama van maken, maar beseft tegelijkertijd dat hier de verbeterpunten liggen.
“Het is wel interessant om te zien dat die tweede helft vaak minder is dan de eerste bij ons. Wanneer we ons goede spel ook twee helften vol kunnen houden, dan hebben wij een heel aardige ploeg staan”, weet Oele. Zaterdag kwam dit evenzo naar voren toen vooral de eerste fase van de tweede helft voldoende bleek voor OVVO om de zege naar zich toe te trekken. “Toen kwamen we voor rust nog goed terug. Het verval was jammer.”
Het is geen gemakkelijke opgave om de vinger op de zere plek te leggen, maar Oele doet tegelijk wel een poging daartoe. “We gaan iets te eentonig spelen wanneer het even niet meer loopt. Als ploeg weten we heel goed waaraan we moeten werken. Het kan alleen maar beter gaan en dat is heel leuk. De bereidheid is er zeker. De afgelopen training zag het er weer beter uit. Alleen die tweede helft moet beter”, klinkt het zeer simpel uit de mond van Oele.
De selectie herbergt het karakteristieke vuur. Juist SDO/VerzuimVitaal weet geregeld wedstrijden in haar voordeel te beslissen dankzij een fikse dosis gezonde agressie. De ploeg heeft zich dat eigengemaakt en daaraan wordt het buiten Kamerik ook herkend. “Dat is natuurlijk een kracht, maar het kan ook wel eens frustreren.” Oele komt vervolgens met een voorbeeld uit zijn eigen carrière. “Ik had ook wel eens dat ik heel erg fanatiek kon zijn in het veld en dan tegelijk aan het balen was dat het niet liep. Na afloop dacht ik dan waarom ik niet aan verbeteringen gedacht heb”, weet hij.
“We moeten niet alleen kijken naar het feit dat het soms niet lukt, maar ook naar de oorzaken en hoe we dat anders kunnen doen. Dat is nog wel een vertaalslag. We balen teveel wanneer het niet loopt.” De relativering van het aspect brengt Oele tegelijk naar voren. “We hoeven het ook geen naam te geven. Het is niet zo’n ramp.” Wat wel zeker is, is dat de ploeg een stuk meer punten had kunnen hebben wanneer de tweede helft hetzelfde niveau als de eerste heeft. Dat mag aanstaande zaterdag nagestreefd worden.
Foto: PR SDO