Komend seizoen speelt Martijn Verlaan niet meer in de vierde klasse voor het Zegveldse Siveo ’60. De 28-jarige middenvelder zoekt zijn geluk elders. Niet bij een andere voetbalclub, maar voor de liefde verkast hij naar de Franse westkust. Tegenover het AD/GroeneHart vertelde hij over zijn keuze om Nederland voor Frankrijk achter te laten.
Een wereldreis bracht hem vier jaar geleden in Nieuw-Zeeland. Daar ontmoette hij een Française waarmee hij de afgelopen jaren een lange-afstandsrelatie onderhield. Corona bemoeilijkte het contact tussen het koppel. ,,Dan moet je weer een test doen en in quarantaine gaan. Dat was lastig en daarom hebben we besloten om de volgende stap te zetten. Ik heb mijn baan als sales representative van puzzelboekjes opgezegd en we gaan het avontuur aan”, vertelde Verlaan.
In Les Sables D’Olonne gaat hij de komende tijd in de Vendée zijn toekomst tegemoet. ,,Het appartement van mijn vriendin is slechts honderd meter van het strand verwijderd. Het is hier ook vaak goed weer, want het slechte weer blijft in Bretagne hangen. Ik houd ook wel van het avontuur. We zullen zien wat het brengt. Misschien dat we ook nog wel terugkeren naar Nederland, of we blijven gewoon in Frankrijk. Nog een emigratie naar een ander land sluit ik ook niet uit. Canada lijkt mij wel wat bijvoorbeeld.”
Voor nu is het voor Verlaan belangrijk om aan de slag te gaan met het settelen in Frankrijk. ,,Echt Frans spreken doe ik namelijk nog niet. Daar moet ik de komende tijd aan gaan werken. Met drie jaar Frans op de middelbare school kom je toch niet zo heel ver. Ook voor het vinden van een baan is dat belangrijk. Ik heb al gezien dat er hier verschillende campings zijn en de streek is ook best toeristisch. Mochten mensen dus weer op vakantie mogen is een baan in de toeristische sector wellicht wel wat. Ook voor bijvoorbeeld grasmaaien voel ik mij zeker niet te groot hoor. Ik wil alles met beide handen aan pakken.”
Van zijn teamgenoten kon hij donderdag, vlak voordat hij in de auto stapte, nog afscheid nemen. ,,Raar was dat wel. Ik moest met mijn 28 jaar apart trainen namelijk. Ik kon mijn teamgenoten nog wel zien. Leuker is het natuurlijk als ik de kantine met een biertje afscheid had kunnen nemen. Maar goed, het is niet anders.”