SCH ’44 heeft zijn laatste wedstrijd van het seizoen positief af kunnen sluiten. Tegen ZSGO/WMS wist de ploeg uit Harmelen een 2-0 overwinning te boeken. Wegens een zege van concurrent Elinkwijk bleek het resultaat onvoldoende te zijn om een plek in de nacompetitie af te dwingen. De formatie van Renato Dijksterhuis eindigde hiermee vlak achter de top-3.
Een technische ploeg afkomstig uit de contreien van Amsterdam. Zo kan de verslagen tegenstander het best getypeerd worden. Des te vreemder was de gewaarwording die het veld met zich mee bracht. Een harde ondergrond leidde ertoe dat het veld meer weg had van een weiland dan dat van een veld waarop tweeëntwintig voetballers de bal tegen het net aan proberen te verwerken. “Het werd daardoor een pot met stug voetbal”, wist Dijksterhuis.
De omstandigheden werden door SCH ’44 goed opgepakt. “We vonden een goede balans tussen opbouwen en het spelen van de lange bal. Wijnand (Koning red.) wil normaal gesproken nog wel eens achterin pingelen, maar nu begreep hij dat de bal af en toe blind naar voren geroeid moest worden.” Ondanks het ontbreken van een kopsterke spits pakten de Harmelenaren het prima op. “De tweede bal moet dan voorin gewonnen worden. Dat deden we op een prima manier.”
Waar na de winterstop veel punten verloren werden, mede vanwege een offensievere speelwijze, kwamen er richting het einde van het seizoen langzaam meer punten de kant van Harmelen op. Dit is deels te herleiden op het terugvallen naar de behoudendere speelstijl die de ploeg in de eerste competitiehelft zoveel punten opleverde. “De ploeg gaf voorafgaand aan deze wedstrijd aan dat ze graag volle bak druk zouden zetten. Dit omdat ZSGO/WMS al met zijn hoofd bij de nacompetitie zit. Dit hebben we niet gedaan en dat pakte uiteindelijk goed uit”, is de conclusie die Dijksterhuis trekt.
Het veld had ook zijn invloed op de treffers die door SCH ’44 werden gemaakt. In eerste instantie was het Joey van Bemmel die de vijandige keeper met een ferme schuiver uitprobeerde. Vlak voordat de goalie de bal wilde verwerken sprong deze op en ontglipte hem daarmee de kans om het leer te vangen. In de tweede helft was een soortgelijke bal waar te nemen. Hugo Peters trapte de bal op de rand van het zestien meter gebied richting doel. “Ik kon het niet goed zien maar ik verkreeg het idee dat ook deze met een hobbel over zijn handen ging.”
Met de vierde plek bekroont SCH ’44 een prima seizoen. Waar het zich vorig jaar de eerste kampioen van Nederland mocht noemen, eindigt het in zijn debuutjaar op een verdienstelijk plek bovenin de ranglijst. Ondanks de matige tweede seizoenshelft heerst tevredenheid. Toch rijst de vraag op: wat als het één wedstrijd meer had gewonnen? Zat promotie er dan misschien wel in?