Alwin Smit, een icoon binnen korfbalvereniging SDO/VerzuimVitaal, speelt zaterdag zijn laatste wedstrijd voor de club die hij zeventien jaar lang heeft gediend. “Het is altijd een strijd geweest tussen drie passies.”
Korfbal, het beoefenen van andere sporten en reizen. De passie korfbal heeft Smit jarenlang beoefend. De andere twee zijn er zo af en toe bij in geschoten. “Mijn passies bijten elkaar wel. Je kunt nu eenmaal niet veel sporten tegelijk doen. Wanneer ik aan een sport begin wil ik dat namelijk goed doen.” Reizen vormt een andere grote interesse van Smit. “Dat lukt niet. Ik ben wel een keer naar Canada geweest om stage te lopen.” De docent lichamelijke opvoeding is tussendoor nog naar Zuid-Amerika geweest. “Het begint bij mij altijd weer te kriebelen wanneer ik een tijd niet op reis ben geweest.”
Ondanks de opofferingen heeft de sport hem veel gebracht. “Dat bijt ook weer. Alle opofferingen gaan mij langzaamaan een beetje tegenstaan.” Al snel voegt Smit zijn kenmerkende positieve noten aan het verhaal toe. “Korfbal mij als mens gevormd.” Desondanks liggen zijn plannen voor aankomend jaar al vast. “Ik heb mij voorgenomen om, wanneer ik gestopt ben, in eerste instantie elke vakantie weg te gaan.”
Moment van stoppen
Het goede moment van stoppen is voor iedere topsporter een lastig te bepalen moment. Zo ook voor Smit. “Het moment dat ik tegen mijn zin in ga spelen wil ik voor zijn. De concurrentie binnen het team begint heviger te worden, mede daarom is het moment goed.” Immers korfballen in het tweede team is niets voor Smit. “Ik wil stoppen wanneer ik nog in het eerste actief ben. In het tweede zou ik een heel zwaar jaar tegemoet gaan.”
Smit zijn gevoel speelt heel sterk mee in de beslissing die hij heeft genomen. “Ik heb het gevoel dat de echte gretigheid er bij mij af is. Het moment dat ik denk “shit, ik had een jaar eerder moeten stoppen” wil ik voor zijn.” De aanjager legt uit waarom hij zich minder gretig voelt. “Ik jaag de ploeg nog maar voor 97% op. Dan moet je bij jezelf nagaan: “wat wil ik?”” Het trainingsbeest merkt dit ook tijdens trainingen. “Het altijd maar moeten begint me langzaam tegen te staan. Dat moment wil ik graag voor zijn.”
Negentien jaar korfbal. Het klinkt als een eeuwigheid. Toch heeft dit niet meegespeeld in de keuze die Smit heeft gemaakt. “Er komen teveel leuke dingen aan om me daardoor te laten beïnvloeden. Daarnaast is dit ook het goede moment.” Hiermee doelt de blonde krullenbol op zijn leeftijd. “Als je stopt moet je het wel zeker weten. Anders krijg je spijt. Daarentegen, ik wil het idee hebben dat ik te vroeg gestopt ben.” Nee, voor Smit is het zo klaar als een klontje boter. Hij heeft de juiste beslissing gemaakt.
Voetbal en het trainerschap
Ambities voor na zijn carrière heeft de korfballer vastgelegd. Voetballen in een vriendenteam bij VV Kamerik en korfballen in het vijfde bij SDO/VerzuimVitaal. Tijdens het voetballen kan hij niet rustig aan doen “Dat spelletje is nieuw en daar haal ik ook heel veel plezier uit!” Op het korfbalveld lukt hem dit wel. “Laat mij maar wat rommelen en de bal richting de korf schieten.” De reden dat hij toch nog blijft korfballen volgt al snel. “Anders ga ik het spelletje te veel missen.”
Niet alleen als speler wil hij actief blijven in de korfbalsport. “Ik wil ook op hoog niveau als trainer actief zijn.” Het tekent de gretigheid die hij nog altijd bezit. “De Korfbal League ambieer ik niet per se, dan moet je toch vier keer in de week trainen. Mijn leven is meer dan korfbal.” Het dilemma omtrent reizen en korfbal is in dit geval niet van toepassing. “Ik zal niet negentien jaar lang training geven. Dit gaat dan gepaard met sabbaticals.” Ooit zal de nummer tien bij SDO/VerzuimVitaal de scepter zwaaien. “Dat zit er wel in ja.” Hij blijft een clubman.
De komende jaren zal Smit bepaalde aspecten van het korfballen op hoog niveau gaan missen. “De druk die op wedstrijden staat zal zeker gaan ontbreken. Daar houd ik wel van ja. De strijd aangaan.” Het is een aspect dat hij nog altijd in wedstrijden laat zien. Grimassen trekkend gaat hij de duels aan met verdedigers die doorgaans een paar koppen groter zijn. Smit deinst daar nimmer voor terug.
In het huis van de Kamerikker hangt een grote wereldkaart. De reisgekke spits vult zijn huis met boeken en hoeden van riet. “Van de zomer ga ik eerst vijf weken naar Mongolië. Dat lukte eerst niet. Toen kon ik slechts drie of vier weken op vakantie gaan.” Hij beseft dat dit nog altijd meer is dan een persoon die niet voor de klas staat. Nu hij met korfballen stopt kan hij nog meer op reis gaan. Hij hoeft geen rekening meer te houden met het korfbal. “Marokko, Canada en Ijsland staan nog op mijn lijstje. Daarnaast heb ik ook nog vrienden in Engeland. Daar zal ik dus wel wat weekendjes gaan doorbrengen.”
Herinneringen
Herinneringen, die heeft Smit in overvloed. Wanneer hij hierover begint te vertellen ontstaat er een brede glimlach op zijn gelaat. “Het hoofdklassejaar, toen dat nog het hoogste niveau was, dat was heel bijzonder. Fortuna, op dat moment meervoudig landskampioen, kwam in de Schulenburch op bezoek. Dat was de top van Nederland. Als kind ging ik daar kijken. Toen droomde ik nog geen eens over het feit dat ik hier tegen wilde spelen.” Smit blijft maar vertellen over deze ervaring. Het tekent hoe speciaal dit voor hem is. “Uit kwamen we nog 4-2 voor. Uiteindelijk verloren we zeer verdienstelijk met 29-22.”
Een aspect dat Smit altijd zal bijblijven vormen de hondstrouwe supporters. “Ze reizen ons overal achterna. Het voelt mede daarom nog altijd als een hele grote er om in het eerste van SDO/VerzuimVitaal te mogen spelen. Onze fans reizen ons overal achterna, zelfs in uitwedstrijden naar Groningen. Ze zingen wedstrijden lang. Deze supporters zijn de beste uit de hoofdklasse Het went nóóit.” Het tekent de loyale en immer vrolijke Smit. Het is een herinnering die hem te allen tijde zal bijblijven.
Zaterdag speelt de kleine aanvaller zijn laatste wedstrijd voor de club. Ook dan kan hij nog een prachtig hoofdstuk aan zijn vuistdikke boek toevoegen. “Wanneer we ons handhaven dan is dat een unieke en zeer knappe prestatie.” Het zou ook de eerste keer in de clubhistorie zijn dat dit lukt. Of dit dan in het rijtje met mooiste herinneringen staat kan de Kamerikker niet vertellen. “Om dat te zeggen sta ik er nog teveel middenin.”