ZPC Woerden neemt de tweede plek op de ranglijst steeds steviger in zijn greep. Zaterdagavond won de ploeg van Bart Boevink wederom in het eigen Batensteinbad. ZV Noordkop werd met 10-6 verslagen.
Laat trainer van ZPC Woerden Bart Boevink maar een voorspelling doen. Deze komen dan veelal uit. Vorig jaar voorspelde hij al dat ZPC Woerden zou promoveren en dat geschiedde. Vervolgens was Boevink ervan overtuigd dat de waterpolomannen ook in de Eerste klasse goed mee kunnen. Het is een gedurfde voorspelling aangezien veelal te zien is dat ploegen die in het waterpolo promoveren een eerste jaar moeten wennen aan het nieuwe niveau. Echter, nu staat de ploeg van Boevink op een tweede plek welke vrijwel zeker in handen blijft van de Woerdense ploeg.
Een belangrijke stap werd zaterdagavond gezet in de richting van het voorspelde resultaat van Boevink. Via een 10-6 overwinning is die tweede plek nu nog steviger in handen. Met nog drie wedstrijden te gaan kan het bijna niet meer misgaan. “Die tweede plek is ondertussen wel een zekerheidje. Over twee weken spelen we uit tegen de Otters. Wanneer je die wint, dan kan je de tweede plek wel in het archief bijschrijven”, aldus een opgewekte Boevink. Die opponent bezet een vierde plek en zou nog een bedreiging kunnen vormen.
“De wedstrijd was er een zoals het hoort te zijn. Voor zowel supporters als ons was het een leuke wedstrijd.” De sfeer zat er zaterdagavond goed in. Desalniettemin, de wedstrijd werd niet met speels gemak gewonnen. “Als je elk kwart met een doelpunt verschil wint, dan gaat het niet heel makkelijk. Zij hadden een aantal snelle en krachtige jongens in het water liggen. Wij hebben die als team zijnde goed uitgeschakeld en juist dan win je de wedstrijd.”
Het is een vurige wens van Boevink om volgend jaar te promoveren richting de bondsklasse. Daarvoor moet volgend jaar een kampioenschap behaalt worden. De huidige tweede plek levert geen enkele prijs op. Enkel de eerste plek geeft recht op promotie. Of dat volgend jaar gaat lukken? Boevink heeft het voorspelt.
Foto: Justin Egberts