SCH ’44 trachtte afgelopen zondag de nare smaak van de afgelopen weken weg te spoelen. De wind gooide roet in het eten. Goed voetballen was praktisch onmogelijk. Het was hopen op een bal die goed viel. Dit was uiteindelijk niet geval. De saaie wedstrijd eindigde in een 0-0 eindstand.
Elke keer wanneer keeper Nick Mansveld de bal naar voren trapte kreeg hij hem weer even zo snel terug. Het omslagpunt in de lucht was simpel. De bal hield op in zijn voorwaartse beweging waarna hij evenzo van richting veranderde. Ballen die weer terug in de ‘16’ meter keerde vormde geen uitzondering. Het tekende de manier waarop er zondag gevoetbald moest worden op Sportpark Bijleveld. Een collectief onvermogen om de harde wind te overwinnen zorgde voor een wedstrijd in de categorie ‘comedy capers’.
Na de wedstrijden waren de reacties dan ook duidelijk. Aanvoerder Sander Tervoort kwam zichtbaar geïrriteerd van het veld af gebeend. “Dit was geen doen.” Klonk zijn commentaar. Ook de scheidsrechter van dienst gaf aan dat het prettiger geweest zou zijn wanneer het treffen tussen Zilvermeeuwen en SCH ’44 een andere keer gespeeld werd. Kristiaan van Vliet was evenzo duidelijk. “Ik vond dit in het veld al een saaie wedstrijd, laat staan voor de mensen langs de kant.”
Dijksterhuis wilde nog wel iets van de wedstrijd maken, maar de trainer moest toch ook zijn meerdere in de wind erkennen. “Je kon geen bal raken. Misschien hadden zij nog wel het beste van het spel, maar dit was gewoonweg niet te doen. Dan probeer je op tactisch gebied nog wel iets neer te zetten, maar met deze omstandigheden maakte dat maar weinig uit.” Het was zichtbaar. In de tweede helft probeerde Dijksterhuis met een aantal gerichte aanwijzingen het tij te doen keren. Een waarneembaar effect binnen de lijnen bleef uit. Juist die verdomde windstoten bleven de betere.
“Misschien moet je achteraf wel stellen dat het afgelasten van de wedstrijd beter was. Dan kan je volgende week voetballen. Ook voor het publiek is dit leuker.” Volgende week heeft SCH ’44 immers geen wedstrijd. “We moesten alles laag spelen. Van achteruit werkte we alle ballen weg, maar die kwamen dus weer net zo hard terug. Je kan ze dan wel laag door het centrum heen proberen te steken, maar daar waren we niet toe in staat.” Het vormde het beeld van de tweede helft.
Foto: Justin Egberts